HOORN - Onder toeziend oog van de pers, geïnteresseerden en kinderen uit groep 7 van de Hieronymusschool uit Wognum, heeft een historische stoomtram van Museumstoomtram Hoorn-Medemblik zijn eerste tramreis gemaakt op een alternatieve brandstof. Niet alleen reisden de passagiers door het West-Friese land in een stoomtram, deze tram werd ook nog eens gestookt op biokool in plaats van steenkool. Wethouders Harry Nederpelt (Medemblik) en Samir Bashara (Hoorn), beiden verantwoordelijk voor de portefeuille duurzaamheid, waren aanwezig bij deze Europese primeur.


In Nederland rijden meerdere stoomlocomotieven die met kolen worden gestookt. In West Europa hebben deze veelal een cultuurtoeristische functie. Het museum 'Museumstoomtram Hoorn-Medemblik' heeft de grootste collectie dienstvaardig gerestaureerde stoomlocomotieven die in het verleden in ons land gereden hebben. Het gebruik van steenkool als brandstof voor stoomtrams is eindig. In het kader van het project 'Groene Stoomtram' is een duurzaam alternatief ontwikkeld voor de steenkool dat wordt gebruikt voor de stoomlocomotieven.

Heden, verleden en de toekomst
Hoe stuur je de stoomtram het duurzame tijdperk in en behoud je tegelijkertijd het ouderwetse, museale karakter van de stoomenergietechnologie? Die vraag werd steeds relevanter voor Museumstoomtram Hoorn-Medemblik.
Immers, het gebruik van steenkool - de traditionele brandstof van de stoomlocomotief - staat vanuit milieuoverwegingen onder steeds grotere druk. Vorig jaar sloegen Stoomtrammuseum, ECN, Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord en New Energy Coalition de handen ineen om op zoek te gaan naar een verantwoord alternatief. Dit grensverleggende project werd betaald door de gemeenten Hoorn en Medemblik.

"Stoomlocomotieven gebruiken maar een fractie van de kolen van een kolencentrale. Maar wij zijn een blikvanger. In 2019 vervoerden we 166.000 reizigers. We voelen een verantwoordelijkheid om het groeiende milieubewustzijn op onszelf te betrekken en dat ook naar buiten toe verder uit te dragen", vertelt museumdirecteur René van den Broeke.

Verder onderzoek
Het gezamenlijke onderzoek leidde naar biokool, samengeperst (getorreficeerd) hout of biomassa. Middels torrefactie wordt hout of natte biomassa omgezet in een product dat sterke gelijkenis vertoont met steenkool, maar wel met veel betere eigenschappen. Bij de verbranding van biokool komen geen schadelijke stoffen vrij zoals stikstof en zwavelverbindingen. De uitstoot van schadelijke stoffen wordt vrijwel tot nul gereduceerd en de brandstof is CO2 neutraal omdat het vanuit biomassa is gemaakt. Daarnaast kan de biokool regionaal gemaakt worden uit beschikbare biomassastromen.
Anders dan bij andere alternatieven, kan biokool d.m.v. kleine aanpassingen in de stoomtram gebruikt worden.

De DTC (Dutch Thermochemical Cluster) en InVesta (het expertisecentrum voor biomassavergassing en groen gas), faciliteren samen met de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik deze toepassing van biokool in stoomlocomotieven.

Uitstoot vergelijkingen
De conclusie van diverse testritten voorafgaand aan de rit van 14 februari is dat biokool een duurzaam alternatief is voor steenkool in stoomlocomotieven. De uitstoot van stikstof- en zwavelverbindingen is met het gebruik van de nieuwe brandstof aanzienlijk teruggebracht. Zo is het productieproces zeer energie-efficiënt, komen er bij verbranding minder schadelijke stoffen vrij, laat het minder as achter en is er minder slakvorming. De kosten van biokool t.o.v. steenkool zijn vergelijkbaar.

Van den Broeke is erg blij met het resultaat: "De beleving blijft in tact. De stoker gooit kolen op het vuur en de dampen komen uit de schoorsteen. Verder testen en onderzoek zal onder meer moeten uitwijzen of biokool toepasbaar is voor alle stoomlocomotieven in Nederland."