HOORN - Graaf Willem van Beieren schonk aan Hoorn stadsrechten in 1356, daarmee werd het toen nog kleine Hoorn een stad. Naast andere privileges kreeg Hoorn ook het recht om de stad te beschermen tegen vijanden door de aanleg van vestingwerken. Na een aarzelend begin was in 1426 de stad uiteindelijk ingesloten door gegraven grachten en aarden omwallingen met een viertal houten stadspoorten op toegangswegen van de stad.


Groeiende welvaart met een toenemend aantal inwoners maakte het noodzakelijk om het grondgebied van de stad uit te breiden in het begin van de zestiende eeuw. Landzijde en zeezijde van de stad raakten daarbij grotendeels ommuurd met een dikke hoge stadsmuur en nieuwe in steen opgetrokken stadspoorten en brede nieuwe grachten Bij deze vestingwerken kwamen een elftal waltorens, waarvan nu nog de Hoofdtoren en de Mariatoren resteren. Nog voor het einde van de zestiende eeuw was een volgende uitbreiding nodig, met een nieuwe Oosterpoort. In de 18e eeuw raakten deze vestingwerken achterhaald door nieuw ontwikkeld geschut. Door verval viel het meeste ten prooi aan de sloophamer in de 19e eeuw. Vanaf gebouw de Kemphaan bij de Oosterpoort nemen de stadgidsen de wandelaars mee in het oostelijk gebied van de oorspronkelijke vestingwerken.

De stadswandeling: Hoorn, Wallen en Torens start op vrijdagavond 13 juni om 19.30 uur en op zondagmorgen 15 juni om 11.00 uur op bij de Oosterpoort. Deelname is gratis.