HOOGKARSPEL - De kosten bij Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland liggen hoger dan bij vergelijkbare gemeenten. Dat blijkt uit een rapport van adviesbureau Berenschot waarin de kosten van de drie gemeenten, die ambtelijk samenwerken, over 2019 zijn onderzocht.

De apparaatskosten, dus de kosten om het werk van een gemeenten te kunnen uitvoeren, zijn twee procent hoger. Belangrijkste oorzaak is dat veel taken zijn ondergebracht bij andere organisaties via gemeenschappelijke regelingen. Dat gaat bijvoorbeeld om Werksaam, dat mensen helpt met afstand tot de arbeidsmarkt, DeSom dat verantwoordelijk is voor de IT en het CAW dat de afvalverwerking regelt.

"Daarmee zijn we duur uit. Er is niet naar gekeken of dit goed of fout is, maar puur hoe we het doen ten opzichte van het gemiddelde. Zo geven we bijvoorbeeld veel geld uit aan Werksaam. Maar er is niet gekeken naar hoeveel dit oplevert", legt burgemeester Eduard van Zuijlen van Enkhuizen, en voorzitter van de SED-gemeenten uit.

Afvalkosten grootste boosdoener
Het grootste verschil zit in de kosten voor afval. Daarvoor betaalden de SED-gemeenten 2,5 miljoen euro meer dan vergelijkbare overheden (52 procent meer). "Het gaat dan om 2019. In 2020 hebben we een nieuwe overeenkomst met HVC waarmee we goedkoper uit zijn. Al is dat nog steeds hoger dan gemiddeld", licht Van Zuijlen toe.

Verder valt op dat er hoge overheadkosten (indirecte kosten) zijn, en ook de IT-kosten zo'n 1,1 miljoen hoger uitvallen. En doordat de samenwerkende gemeente over vier kantoren beschikt wordt er ook meer betaald aan de facilitaire dienst.

Daarentegen is de SED-organisatie goedkoper uit doordat minder kosten worden gemaakt op het gebied van educatie (-2,3 miljoen euro), jeugd (-630.000 euro) en parkeren (-380.000 euro).

Te weinig personeel
Opvallend is ook dat de SED-organisatie twintig FTE minder heeft dan vergelijkbare gemeenten. "Vooral bij ruimtelijke ordening en volkshuivesting piept en kraakt het. Bij het verlenen van vergunningen hebben we te weinig capaciteit, met lange wachtlijsten tot gevolg", legt directeur van de SED-organisatie Chantal Minnaert uit.

Uit een eerder intern onderzoek onder medewerkers kwam al naar voren dat het vooral ontbrak aan leidinggevenden. "We hebben teveel doeners, en te weinig denkers. We waren drie kleine organisaties, nu is het veel complexer geworden", aldus Minnaert.

De organisatie gaat alle bijdragen en gemeenschappelijke regelingen nog eens kritisch tegen licht houden. "De afgelopen jaren hadden we telkens mooie plannen, maar ieder jaar eindigde het in een tekort", legt burgemeester Van Zuijlen uit. "Nu is er een budget, en daar moeten we het mee doen. Dus we moeten keuzes maken."

Masterplan
De bevindingen in het Berenschot-rapport worden meegenomen in een HR-masterplan zoals Van Zuijlen het noemt. "Dit rapport is een indicator, maar zegt niet alles. We moeten er kritisch naar kijken. Daarbij zetten we in op het rechttrekken van de verhouding tussen uitvoering en beleid. Om een clichévoorbeeld te gebruiken: het verschil tussen een losse stoeptegel waar je telkens naartoe gaat om het op te lossen, of je hebt een plan voor goed onderhoud waardoor het niet meer gebeurt."